Rasvereniging De Nederlandse Vereniging voor Belgische Herdershonden (NVBH) bestaat sinds 1938.(Website: www.nvbh).
De Groenendaeler kost 650 euro.
Belgische herders waren tot het einde van de 19e eeuw enkel als werkhonden van boeren en schaapherders bekend en vormden geen alleenstaand ras. Als stichters van de ras staan de dierenarts Prof. Dr. Reul, L. Van der Snickt en L. Huyghebaert bekend. De Club du Chien de Berger Belge werd op 29 september 1891 in Brussel door Prof. Dr. Reul opgericht. Op 8 mei 1892 werd te Kuregem de eerste tentoonstelling voor Belgische Herders gehouden. In hetzelfde jaar werd een rasstandaard opgesteld.
Werkhond.
De Groenendaeler is een huishond en werkhond.
Groenendaelers zijn intelligente en attente honden. Zij zijn leergierig en in het algemeen aan hun baas gehecht.
Het is belangrijk om het zelfvertrouwen van deze hond van pup af aan op te bouwen. Men kan de Groenendaeler het beste overal mee naartoe nemen om hem vreemde dingen te leren kennen. De omgang met andere huisdieren en honden geeft geen problemen, als de Groenendaeler vroeg aan deze dieren went. Tegenover vreemde mensen treedt de Groenendaeler vaak gereserveerd op. In huis zal de Groenendaeler een rustig karakter hebben, als men hem buiten genoeg beweging geeft.
Het hoofd van de Groenendaeler is fijn gebeiteld, lang zonder overdrijving, droog. De schedel en de voorsnuit zijn ongeveer even lang met ten hoogste een klein verschil ten voordele van de snuitlengte. Dit geeft het geheel de indruk van een fijne afwerking. Een tanggebit is bij de Groenendaeler toegestaan; door de schaapherders en veedrijvers wordt aan een tanggebit de voorkeur gegeven.
De Groenendaeler is een middelgrote, evenredig gebouwde hond. Het lichaam is fors zonder zwaar te zijn.
Lang stokhaar: de dekharen van de Groenendaeler zijn langer dan 6 cm, waartussen de dikke ondervacht voorkomt. Kort haar komt voor op de snuit en poten. Deze honden hebben een mooie kraag en broek. De Groenendaeler kan beter niet te veel gekamd of geborsteld worden, aangezien dit anders de dikke ondervacht zou kunnen beschadigen. Tijdens de rui kan een grofgetande kam wel goede diensten bewijzen.
De staart van de Groenendaeler is goed ingeplant, breed bij de aanzet, van middelmatige lengte. In rust hangt de staart met een boog.
Zwart
De gewenste hoogte is gemiddeld 62 cm voor de Groenendaeler reu, 58 cm voor de Groenendaeler teef. Bij beide is 2-4 cm lager of hoger toegestaan. Gewicht: Groenendaeler reuen ongeveer 25-30 kg, Groenendaeler teef ongeveer 20-25 kg.
Deze aandoeningen komen bij dit ras vaker voor dan gemiddeld en zijn bewezen erfelijk of er bestaat een zwaar vermoeden dat de ziekte erfelijk is. Het wel of niet optreden van de ziekte is sterk afhankelijk van de manier van overerving van de genen van de ouderdieren. >> Lees meer over erfelijkheid en overerving .
Belangrijke en relatief veel voorkomende aandoeningen in dit ras. Deze aandoeningen kunnen ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid en medisch en/of chirurgisch ingrijpen noodzakelijk maken.
Minder vaak voorkomende en/of minder ernstige aandoeningen bij dit ras.
Deze aandoeningen komen slechts sporadisch voor bij dit ras.
Deze aandoeningen zijn op zich niet erfelijk maar komen vaker voor door de anatomische bouw van dit ras. Deze anatomische bouw is wel weer erfelijk en de kenmerken behoren zelfs tot de raskenmerken.
Heeft u nog vragen naar aanleiding van dit artikel of genoemde aandoeningen? Neemt u dan contact met ons op, wij staan u graag te woord. Mist u nog belangrijke informatie op deze pagina? Stel ons dan op de hoogte via de mail.