Nederlandse Samojeden Club. De vereniging werd opgericht in 1932.
Rond de 750 euro.
De Samojeed is afkomstig uit het Noord-Europese en (gedeeltelijk) Aziatische poolgebied, waar hij werd gebruikt door de Samojeden, een nomadenvolk.
Een rendierhoeder. De dieren sliepen in de onderkomens van hun eigenaren en werden ook gebruikt als verwarmers. Sporadisch gebruikt als sledehond.
De Samojeed is een veelzijdige en sportieve (huis)hond. Ze worden gebruikt in de G&G, behendigheid, UV, obedience en sledehondensport.
Vriendelijk, attent en verdraagzaam. De Samojeed blaft makkelijk en is af en toe zeer zelfstandig van aard, wat de opvoeding kan bemoeilijken.
De Samojeed heeft een duidelijke en consequente aanpak nodig.
Licht gestrekt van bouw, met een overvloedige vacht. De staart wordt over het algemeen in een krul over de rug gedragen maar mag in rust laaghangen. Het hoofd is wigvormig en heeft staande oren.
Elegante poolhond van gemiddelde grootte, die kracht, waardigheid en zelfverrouwen uitstraalt.
Overvloedig, dicht en zacht. De ondevacht is dicht en zacht, de bovenvacht is langer en hard en recht van structuur. De oren moeten goed behaard zijn aan beide zijden. Op het hoofd en aan de voorzijde van de benen is de vacht kort en glad. Verder dient de vacht rijk en overvloedig te zijn, met name aan de staart, de achterzijde van de achterbenen en aan de kraag.
In een krul over de rug of de zijde gedragen. In rust mag de staart hangen.
Zuiver wit, crème of wit met biscuit.
Reuen 57 cm, teven 53. Een afwijking van 3 cm meer is toegestaan.
De zogenaamde Samojedenglimlach is typisch voor dit ras. Deze uitdrukking ontstaat door de iets oplopende, sterk gepigmenteerde lippen en de wat schuin geplaatste, amandelvormige ogen.
Deze aandoeningen komen bij dit ras vaker voor dan gemiddeld en zijn bewezen erfelijk of er bestaat een zwaar vermoeden dat de ziekte erfelijk is. Het wel of niet optreden van de ziekte is sterk afhankelijk van de manier van overerving van de genen van de ouderdieren. >> Lees meer over erfelijkheid en overerving .
Belangrijke en relatief veel voorkomende aandoeningen in dit ras. Deze aandoeningen kunnen ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid en medisch en/of chirurgisch ingrijpen noodzakelijk maken.
Minder vaak voorkomende en/of minder ernstige aandoeningen bij dit ras.
Deze aandoeningen komen slechts sporadisch voor bij dit ras.
Deze aandoeningen zijn op zich niet erfelijk maar komen vaker voor door de anatomische bouw van dit ras. Deze anatomische bouw is wel weer erfelijk en de kenmerken behoren zelfs tot de raskenmerken.
Heeft u nog vragen naar aanleiding van dit artikel of genoemde aandoeningen? Neemt u dan contact met ons op, wij staan u graag te woord. Mist u nog belangrijke informatie op deze pagina? Stel ons dan op de hoogte via de mail.