Bloedhond
1 Rasinformatie
Rasvereniging
(NBC)Nederlandse Bloehonden Club. (Website: www.bloedhond.nl)
Oorsprong
In de tiende eeuw stuurden de Monniken van de Sint Hubertus abdij elk jaar drie koppels Sint Huberushonden naar de Franse koning. Zodat ook in dit land een populatie ontstond. De Franse revolutie die alle grote meutes vernietigde, zette een punt achter de Sint Hubertushond op het continent. De georganiseerde fok verdween toen de Franse legers de abdijen leeghaalden. Engeland, welvarend en niet geschokt door de revolutie en dat sinds 1066 geen invasie meer gekend had, bezat nog zijn hele hondenschat. De Sint Hubertushonden leefden daar voort onder de meest verschillende namen, tot men in de zestiende eeuw de algemene term 'Bloodhound' aannam. Deze naam wordt op verschillende manieren geïnterpreteerd. De hedendaagse liefhebbers houden vast aan de betekenis 'van zuiver bloed', 'volbloed' of 'hoog in het bloed staand'. een rashond dus die reeds lange tijd zuiver gefokt is, dat wil zeggen zonder andere rassen gebruikt te hebben. Een andere, eveneens zeer plausibele, verklaring is die het bloed letterlijk neemt en associeert met het soort werk waarin de Bloedhond uitmunt: Het volgen van een bloedspoor -het zogenaamde zweetspoor- van aangeschoten wild. Wat de naam in ieder geval niet wil zeggen, is dat de Bloedhond bloeddorstig zou zijn. Zo'n honderd jaar geleden veranderde in Engeland de jachtmethode, men begon de 'Bloodhound' te zwaar, te rustiek en te traag te vinden en schakelde over op snellere honden. De opkomst van de hondenshow bracht redding. De 'Bloodhound' met z'n originele hoofd beviel het welgestelde showpupliek. Men begon aan dat hoofd te werken, het te 'verbeteren': nog langere oren, nog meer huid en rimpels, een nog smallere en hogere schedel, een nog zwaarder en breder lichaam. De grondlegger van deze aanpassingen is Edwin Brought (die ook één van de opstellers is van de rasstandaard). Hij wordt daardoor wel gezien als de geestelijke vader van dit nieuwe type. De F.C.I. (Federation Cynologique International), de overkoepelende Kynologische organisatie, waarbij ook Nederland aangesloten is. heeft België als land van oorsprong van de Bloedhond erkend. De Bloedhond is verder in Engeland gevormd tot wat hij nu is. Vanuit hier heeft ook de verspreiding naar de rest van Europa plaatsgevonden. De Engelse rasstandaard geldt tegenwoordig dus als leidraad voor de fokker en keurmeester. (Bron: www.bloedhond.nl).
Type
Speurhond
Huidig gebruik
De Bloedhond is een familiehond en speurhond.
Karakter
De Bloedhond is een gemakkelijke, rustige hond in huis als hij veel (vrije) beweging krijgt. Je doet hem tekort als je hem tot een stadse hond laat verworden die, in ruil voor zijn kameraadschap, hoogstens een aangelijnd rondje park krijgt. In het geven van de vrije beweging schuilt wel een risico. De Bloedhond gaat namelijk zo graag zijn neus achterna, -ogenschijnlijk met oogkleppen op en oordopjes in-, zeker, indien je de afstand tussen jou en je hond enkele tientallen meters laat worden. Houdt hier terdege rekening mee, vooral als zijn uitlaatplaats grenst aan een openbare weg. Indien je een waakhond zoekt, zoek dan verder. Hij is niet blafferig -overigens een verkeerde benaming voor het voor de liefhebber oorstrelende geloei- en je moet niet rekenen dat de Bloedhond het huis bewaakt bij het betreden ervan door een inbreker. De meeste Bloedhonden kunnen niet zo goed tegen het alleen zijn. Een metgezel (van dezelfde soort) is het meest ideale voor hem. Indien de hond toch alleen moet zijn gedurende enkele uren per dag, dan kun je hem het beste een eigen ruimte geven, waar hij niet teveel kwaad kan met het vinden van afleiding voor zijn eenzaamheid. (Bron: www.bloedhond.nl).
Ilona Phillips ©
Opvoeding
De geprezen zelfstandigheid van de Bloedhond tijdens de jacht wordt in de dagelijkse omgang in huis al snel ervaren als eigenzinnigheid. Hij heeft dan ook een consequente aanpak nodig, met op zijn tijd een bestraffing. Het is voor te stellen dat je dit niet gemakkelijk afgaat, daar de Bloedhond evenzo gevoelig is voor een bestraffing als voor een beloning. Maar ze hebben het soms echt nodig, zeker die honden die van huis uit het leidersinstinct hebben meegekregen. (Bron: www.bloedhond.nl).
Algemeen beeld
De Bloedhond heeft een adelijke en waardige uitdrukking. De hond is iets langer dan hoog. De losse huid, inclusief extreme lipvorming en oren, is raskenmerk nummer 1. van de Bloedhond. Zijn tweede kenmerk is het lange, smalle en diepe hoofd. De oogopslag, met de melancholische uitdrukking, completeert het hoofd.
Bouw
De ribben zijn goed gewelfd en de borst hangt goed laag tussen de voorbenen, waar zij een diepe kiel vormt. De rug en lendenen zijn sterk, de laatste diep en licht gewelfd.
Vacht en onderhoud
De Bloedhond heeft korte dekharen met praktisch geen ondervacht. Eenvoudig onderhoud. Geen klittenvorming.
Staart
De staart van de Bloedhond is lang, dik en loopt dun uit in een punt, hij begint nogal hoog en heeft aan de onderzijde iets langer haar. Hij moet gebogen gedragen worden, maar nooit over de rug gekruld of als een kurketerekker. In gang hoog gedragen.
Kleur
De kleuren van de Bloedhond zijn zwart en roestbruin, bruin en roestbruin (liver and tan) en vaal rood. De donkerdere kleuren zijn soms vermengd met lichter of daskleurig haar en soms met wit gevlekt. Enig wit op de borst, de voeten en aan de punt van de staart is toegestaan.
Hoogte en gewicht
De gemiddelde hoogte van volwassen Bloedhond reuen is 66 cm en van volwassen teven 61 cm. Bloedhond Reuen variëren gewoonlijk van 63,5 tot ruim 68,5 cm en teven van 58,5 tot 63,5 cm. Het gemiddelde gewicht van volwassen Bloedhond reuen, in goede conditie, is ongeveer 40,5 kg en van volwassen teven 36 kg. Reuen bereiken wel 49,5 kg, teven 45 kg.
2 Rasgebonden ziekten (erfelijk en anatomisch)
2.1 Erfelijke ziekten2.2 Anatomisch gerelateerde ziekten
2.1 Erfelijke ziekten
Deze aandoeningen komen bij dit ras vaker voor dan gemiddeld en zijn bewezen erfelijk of er bestaat een zwaar vermoeden dat de ziekte erfelijk is. Het wel of niet optreden van de ziekte is sterk afhankelijk van de manier van overerving van de genen van de ouderdieren. >> Lees meer over erfelijkheid en overerving .
Veel voorkomend
Belangrijke en relatief veel voorkomende aandoeningen in dit ras. Deze aandoeningen kunnen ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid en medisch en/of chirurgisch ingrijpen noodzakelijk maken.
- geen gedocumenteerde aandoeningen
Minder vaak voorkomend
Minder vaak voorkomende en/of minder ernstige aandoeningen bij dit ras.
- geen gedocumenteerde aandoeningen
Sporadisch voorkomend
Deze aandoeningen komen slechts sporadisch voor bij dit ras.
- geen gedocumenteerde aandoeningen
2.2 Anatomisch gerelateerde aandoeningen
Deze aandoeningen zijn op zich niet erfelijk maar komen vaker voor door de anatomische bouw van dit ras. Deze anatomische bouw is wel weer erfelijk en de kenmerken behoren zelfs tot de raskenmerken.
- geen gedocumenteerde aandoeningen
Heeft u nog vragen naar aanleiding van dit artikel of genoemde aandoeningen? Neemt u dan contact met ons op, wij staan u graag te woord. Mist u nog belangrijke informatie op deze pagina? Stel ons dan op de hoogte via de mail.