De bovenvacht van de lange stokhaar bestaat uit een combinatie van dikke zachte haren van verschillende haarlengte tot wel 30cm lang. De lange haren hebben de neiging om te klitten en deze vacht vraagt dus wel wat aandacht. Ook tussen de tenen zijn de haren lang en dit kan voor problemen zorgen, bijv. vuil, grasaren, ijsklonten.
Rassen met deze vacht verhaart de ondervacht in principe twee keer per jaar, de dekharen verharen het hele jaar door. De ruiperioden worden nog duidelijker als een stokhaar buiten gehouden wordt of in koudere klimaten.
Door het gemakkelijk klitten van de lange haren heeft de lange stokhaarvacht meer verzorging nodig dan de kortere stokhaartypen. Wekelijks borstelen is bij rassen met dit vachttype geen overbodige luxe. Tijdens de ruiperiode extra borstelen om de losse ondervacht te verwijderen.
Borstelen: pennenborstel of slickerborstel, poetsborstel en evt. een grove kam.
Ondervacht: herderhark,slickerborstel of furminator.